Een artisjok is de bloemknop van een distelachtige plant. De schutbladeren en het hart kun je eten en hebben een fluweelzachte smaak die heel lang in je mond blijft hangen. Ik vind ze heerlijk. Omdat Maarten ze niet lekker vind en we vandaag laat aten, nam ik er een als tussendoortje. Dat ga ik vaker doen, want wat was die artisjok lekker zeg!
Artisjokken klaarmaken is heel simpel, maar wel tijdrovend. Spoel de artisjok goed af ivm evt bestrijdingsmiddelen en snijd de steel van de knop. Doe de artisjok in een pan en voeg water toe tot de artisjok gaat drijven of net onder water staat en doe er een beetje citroensap bij. Kook de artisjok in ongeveer 45 minuten gaar (is beetje afhankelijk van de grootte). Als je er zonder weerstand een blaadje uit kunt trekken is hij gaar.
Laat de artisjok uitlekken en leg hem op een bord. Ik at er een beetje knoflook- en truffelmayonaise bij, maar een vinigraite smaakt er ook uitstekend bij.
Je begint met een van de buitenste bladeren eraf te trekken. Die dip je in de saus of vinegraite en dan schraap je met je tanden het onderste, vlezige gedeelte van het blad af. Hoe meer je naar het binnen gaat, hoe dunner de blaadjes worden. Uiteindelijk kun je gewoon een hap van het blaadje nemen zo dun is het onderste gedeelte. Zo ga je door tot de blaadjes zo dun zijn dat het niet meer lukt.
Als je de laatste blaadjes van de artisjok plukt ben je bij het hooi aangekomen. Dit zijn rechtopstaande, dunne sprietjes die je niet kunt eten. Je kunt ze het best voorzichtig tussen duim en wijsvinger plukje voor plukje verwijderen.
Je houdt dan het artisjokhart over dat je weer wel kunt eten.
Geef een reactie