Het kerstdiner was in mijn hoofd bijna compleet. Het enige dat nog miste was een groentegerecht. Geroosterde groenten stonden bovenaan mijn lijstje, maar daar was geen plaats meer voor in de oven. Ineens verzon ik dat ik vorige winter spruitjes met honing en mosterd had gemaakt. Die ik overigens zelf echt niet lekker vind, maar waar Maarten van smulde. Bovendien kun je ze ’s morgens al koken en zijn ze op het moment suprême in een paar minuten klaar.
Als je van spruitjes houdt moet het wel gek lopen als je van dit gerecht niet enthousiast wordt. Dit jaar staan er bij ons op de kersttafel naast de stoofperen en appelmoes dus spruiten op tafel. Lekker klassiek, maar dan wel in een nieuw jasje.
Honing-mosterd spruitjes
Ingrediënten voor 4 personen
- 500 gram spruitjes
- 1,5 eetlepel mosterd
- 1,5 eetlepel honing
Maak de spruitjes schoon door een stukje van de onderkant te snijden en de lelijke buitenste blaadjes te verwijderen. Kruis de spruitjes aan de onderkant in met een mesje zodat ze sneller gaar zijn en gelijkmatiger garen. Kook de spruitjes 8 minuten in water met een beetje zout. Laat ze uitlekken en bewaar ze tot je ze gaat eten.
Meng de honing met de mosterd in een kommetje. Halveer de spruiten. Verhit wat olie in een koekenpan of wok en bak de spruiten samen met het honing-mosterd mengsel een paar minuten op middelhoog vuur. De spruiten zijn al gaar dus zodra ze warm zijn kun je ze serveren.
Als de spruitjes toch gehalveerd worden waarom dan niet voor het koken.
Dat kan ook.