We hadden dit jaar niet zo veel kerstrestanten, maar in de overgebleven rendang van ei en de babi ketjap hadden we toch niet zo’n trek meer na twee dagen Indonesisch. Ik besloot er een ragout van te maken zonder er al te veel vertrouwen in te hebben, maar het pakte heel goed uit. De saus van de rendang en de babi ketjap bleken goed te matchen en ik heb er alleen nog maar een beetje peper doorheen gedaan voor de smaak. We aten de ragout eerst bij de lunch op geroosterd brood en van het restant maakte ik kroketten die qua smaak erg in de buurt van onze geliefde satékroket komen.
Ingrediënten
voor de ragout
- 75 gram boter
- 75 gram bloem
- 450 ml water (of bouillon, als je geen saus bij je restjes hebt)
- restjes rendang en babi ketjap of andere restjes die je erin wil verwerken
- versgemalen peper en evt zout
Smelt in een pan met dikke bodem (dunne kan ook, maar bakt snel aan) de boter en voeg dan in een keer de bloem toe. Laat op laag vuur even garen en roer af en toe door. Doe er dan steeds een scheut water of bouillon door en roer steeds goed. Als het vocht is opgenomen doe je er weer een beetje bij tot je de gewenste dikte hebt. Als de ragout nog aan de dikke kant is roer je de restjes erdoor (door de saus in de restjes kan de ragout nog iets dunner worden). Daarna kun je er evt nog meer vocht bij doen of en afmaken met peper en zout.
voor de kroketten
- bloem
- eieren (ik had er 3 nodig)
- paneermeel (liefst fijn en grof)
- de ragout
Voor de zekerheid heb ik 2 blaadjes gelatine in koud water geweekt en na 5 minuten uitgeknepen en door de nog warme ragout geroerd. Als ik van te voren geweten had dat de ragout zo lekker werd dat ik er nog kroketten van wilde maken had ik de ragout wat dikker gemaakt. Ik heb de pan een nachtje in de koelkast laten staan zodat de ragout lekker koud was. Daarna vormde ik steeds van 80 gram ragout een kroket (kwestie van over vastgeplakt bakpapier met bestrooid met wat bloem rollen) die ik daarna door een diep bord met bloem rolde. De ragout was nog steeds niet heel erg stijf, dus het was best een klusje om ze mooi te krijgen. Nadat ik alle kroketten had gerold heb ik ze in de koelkast weer goed koud laten worden.
Na een uurtje heb ik ze eerst door geklopt ei en daarna door paneermeel gerold. Dat ging heel goed met een pannenkoekmes. Als je de kroketten met je handen door de ei en paneermeel haalt moet je heel vaak tussendoor je handen wassen omdat het paneermeel aan je handen blijft plakken. Door het pannenkoekmes te gebruiken om ze mee op te tillen en door het ei te rollen blijven ze mooi in vorm en blijven je handen veel langer schoon.
Het rollen door de paneermeel deed ik wel met de hand.
Nadat ik ze weer een uurtje in de koelkast had gelegd rolde ik ze nog een keer door ei en paneermeel. Het is het lekkerst om de tweede keer grover paneermeel te gebruiken, maar dat had ik niet. Ik had van overgebleven stokbrood al vrij veel paneermeel gemaakt, dus dat heb ik gebruikt. Met fijn paneermeel wordt de buitenkant van de kroket iets compacter.
Na weer een uurtje koelen in de koelkast heb ik er een aantal gebakken. Je hoeft de kroketten maar kort te bakken. Bij mij waren ze na 2,5 tot 3 minuten al goed. De vulling was wat dun en normaal gesproken zou ik het vlees wat fijner hebben gesneden, maar ze waren erg lekker.
Geef een reactie