Langzaam gegaarde lamsschenkel

In Frankrijk aten we aan het eind van een zonovergoten dag zulke lekker lamsvlees dat ik ter plekke besloot dat ik dat thuis ook wilde maken.

We stonden op een camping in Grignan en liepen tussen de lavendelvelden naar het dorp om iets te eten. Nadat we het dorp 3 keer kritisch rondgelopen hadden en eigenlijk niet helemaal konden vinden wat we zochten, belandden we op het piepkleine terrasje van La maison du marquis. Vaak kiezen we verschillende gerechten zodat we halverwege van bord kunnen wisselen en zo meer van de kaart kunnen proeven, maar deze keer bestelden we allebei de langzaam gegaarde lamsschenkel. De jus was krachtig van smaak, het vlees mals en van het bot vallend en de patat lekker knapperig. We hebben ons bord nog net niet schoongelikt.

Wij aten het lamsvlees net als op vakantie met zelfgebakken friet en verse appelmoes, maar het combineert ook goed met bijv. aardappelpuree en gestoofde of gebakken champignons.

Verwarm de oven voor op 95 graden. Bestrooi de lamsschenkels met peper en zout en de bloem en braad ze even aan in de boter. Haal ze uit de pan en leg ze apart. Snijd de groenten in grove stukken en bak ze even in de braadpan. Doe er dan het bier en de fond bij. Breng aan de kook en laat even pruttelen. Leg dan de lamsschenkels in de pan en zet de pan met deksel in de oven. Laat het lamsvlees garen en draai ze af en toe om. Na een paar uur heb ik de deksel van de pan gehaald zodat er wat vocht kon verdampen. Zorg er dan wel voor dat je de schenkels regelmatig bedruipt met het vocht of dat je ze omdraait zodat ze niet uitdrogen. Als het vlees goed gaar is (het valt dan bijna van het bot) haal je de schenkels uit de pan en bewaar je ze even in aluminiumfolie. Zeef het vocht en doe het terug in de pan. Laat het ongeveer tot de helft inkoken en leg de schenkels dan terug in de jus.