Deze pruimentaart heb ik ooit eens ergens in een boek gevonden en overgeschreven. Toen Mannin en ik toevallig afgelopen week op dezelfde dag deze taart bakten, ontdekte ik bij haar op het blog dat het recept uit het boek Twaalf van Tessa Kiros komt.
Ik houd zelf niet zo erg van pruimen, maar het is wel een erg lekkere taart. Ik ga hem zeker ook eens maken met peer of appel. Snufje kaneel is dan ook erg lekker. Je kunt deze taart ook prima serveren met een bolletje vanilleijs of wat lobbig geklopte slagroom.
Wij vonden de taart een dag later nog lekkerder.
Ingrediënten
- 700 gram (reine claude) pruimen
- 150 gram gesmolten boter (ongezouten)
- 120 ml melk
- 150 gram rietsuiker
- 3 eieren
- 1,5 theelepel bakpoeder
- 250 gram bloem
- het merg van een vanillestokje of 1 theelepel vanille-extract
- wat poedersuiker om te bestrooien
Verwarm de oven voor op 180 graden (hetelucht 170) en vet een springvorm van 20/ 22 cm in.
Smelt de boter. Klop de eieren met de suiker en de vanille tot een schuimig mengsel.
Zeef de bloem en het bakpoeder en schep dit voorzichtig (niet alles tegelijk) door het eiermengsel. Als alle bloem is opgenomen voeg je de boter en de melk toe. Roer rustig door tot het is opgenomen.
Snijd de gewassen pruimen doormidden en haal de pitten eruit.
Doe de helft van het deeg in de springvorm en verdeel de helft van de pruimen erover. Doe dan de rest van het beslag in de vorm en leg daar de rest van de pruimen op. Druk ze een klein beetje in het beslag.
Strooi een laagje poedersuiker op de taart en bak hem in ongeveer een uur gaar en lichtbruin.
Geef een reactie