In Yogyakarta deden we een culinary tour met 2 gidsen van Via Via. Met ons achterop de brommer reden de 2 studenten die onze gids waren ons van de ene culinaire plek naar de volgende.
De eerste stop was bij een restaurant waar de specialiteiten gado gado en lotek waren.Dit zijn groentegerechten met pindasaus. De lotek is iets pikanter dan de gado gado en de bereidingswijze is iets anders, maar ze lijken erg op elkaar. Ik mocht zelf een loteksaus maken in de vijzel. Erg leuk. Het smaakte erg goed, maar ook dit werd weer koud geserveerd en ik zou de saus warm lekkerder gevonden hebben.
De volgende stop was een te gek bezoek aan een fabriek van Bakpia Pathok, kleine ronde koekjes met vulling. Het was zo leuk om te zien hoe dat er daar aan toe gaat.
In een grote ruimte zaten medewerkers deeg te rollen en de bonenvulling in het deeg te vouwen.
Ernaast stonden grote, houtgestookte ovens waar de koekjes in gebakken worden. Ze worden 1 voor 1 met de hand omgedraaid. Een nogal vuurvaste handen werkje.
Er waren koekjes met ananas, kaas, naturel en chocoladevulling. De vulling wordt gemaakt van gemalen bonen. We hebben ze warm geproefd en nog een doosje koude meegekregen. Ze zijn een paar dagen houdbaar, maar we vonden koud alleen de kaas- en de chocoladekoekjes lekker.
Hierna gingen we naar een kraampje met diverse zoete en hartige hapjes. De producenten van die hapjes brengen dagelijks hun waren naar de kraam die de standhouders dan voor ze verkopen. Dit brengt dus nogal een administratie met zich mee. Maar goed, in die stand mochten we alles proeven wat we wilden. We proefden diverse rijsthapjes, pasteitjes en zoetigheden. De meeste erg lekker. Toch blijft het vreemd dat hapjes als loempia’s en pasteitjes daar net zo makkelijk koud gegeten worden. Ik vind ze toch echt warm veel lekkerder.
Het restaurant waar we toen naartoe gingen was de meest bijzondere plek van de trip. We gingen de specialiteit van Yogyakarta proeven, gudeg,die gemaakt wordt van nangka, jonge jackfruit, uren gekookt met oa kokosmelk. De smaak is nogal bijzonder en is niet wat we gewend zijn. De gudeg werd geserveerd met diverse bijgerechten, zoals rijst, zompige gebakken koeienhuiden en heel lang gekookt ei. De klapper was natuurlijk de kippenkop die ze helemaal ontleden en behalve de botjes helemaal opeten, inclusief ogen en hersenen. De gidsen hadden enorme pret bij het idee dat wij dat ook gingen eten. De hersenen smaakten erg lekker, een vrij zachte smaak, maar de ogen vond ik niet lekker. De struktuur was vrij hard en er zat geen smaak aan. Nog even los van het idee dat je een oog zit te eten…..
Van te voren mochten we de keuken zien. Die was heel anders dan we verwachtten. Het was een vrij grote, donkere ruimte met een heleboel grote pannen op houtskoolvuurtjes. Op de grond een smerig afwasteiltje en tussendoor veegde iemand de vloer. Niet geruststellend als je er daarna nog moet eten. Zoveel hebben we er uiteindelijk ook niet van gegeten. We hadden tijdens de tour inmiddels al aardig wat op, dus we zaten al vrij vol, en de smaken waren toch wel zodanig vreemd voor ons, dat het ook niet echt heel lekker was. Wel leuk.
De laatste stop was op een groot plein waar allerlei eetkarretjes stonden. Daar proefden we een gemberdrank, heerlijke sate en zoutige snackbolletjes die ik ook erg lekker vond, maar nooit zelf gekocht zou hebben.
Tijdens de tour hebben we natuurlijk volop de gelegenheid gekregen om met de gidsen te kletsen. Ontzettend leuk om zo meer informatie te krijgen over de cultuur van een land.
Nell Nijssen
Dat is een bijzonder verhaal! Interessant ook vooral. Al lezend begon bij mij steeds meer de vraag te rijzen: en hoe zat het met de hygiëne? Uiteindelijk heb je het daar ook over. Smerige afwasteiltjes …hmmmmm, het zou ook mijn eetlust niet doen toenemen. Ik ben toch nogal argwanend aangelegd als het om eten in verre landen gaat. Voor mij ben je de Held van de Dag! Koeienogen eten ….. brrr
Tja, die hygiëne liet nogal eens te wensen over. In sommige gevallen hebben we dingen niet gegeten en andere keren namen we de gok. Met wisselend resultaat 🙂
Oh en het oog was van een kip, niet van een koe. Dat scheelt toch wat in formaat(en heldhaftigheid).